VWO op SG Were Di
VWO
Het vwo biedt voorbereiding op een studie aan een universiteit. Voor dit academisch (=wetenschappelijk) onderwijs is nodig dat een vwo-leerling beschikt over een brede theoretische kennis en ook zeer geïnteresseerd is in onderzoek. Willen weten, willen begrijpen, willen uitzoeken, daar gaat het om. Dat maakt hen tot ‘denkers en onderzoekers’.
De vwo-opleiding duurt ná de tweejarige brugklas nog vier jaar, in totaal duurt deze opleiding zes jaar.
Vwo is een verzamelnaam voor twee opleidingen die allebei 6 jaar duren: het atheneum en het gymnasium. Beide vormen geven toegang tot het wetenschappelijk onderwijs. Eén van de verschillen is, dat de leerlingen van het gymnasium ook examen doen in een klassieke taal en cultuur: Latijn of Grieks. De lessen in Latijn, Grieks en klassieke cultuur worden dan ook alleen aan de leerlingen van het gymnasium gegeven.
In klas 4, 5 en 6 van het vwo (de ‘bovenbouw’) wordt de leerling op het eindexamen voorbereid. Dat examen omvat een algemeen deel, een profieldeel en één vak of twee vakken in het vrije deel.
Het algemeen deel is verplicht voor alle leerlingen en bevat Nederlands, Engels, wiskunde, rekenen, culturele en kunstzinnige vorming, algemene natuurwetenschappen, sport en bewegen, maatschappijleer.
Er zijn vier profielen, elke leerling kiest er één:
- Cultuur en maatschappij
- Economie en maatschappij
- Natuur en gezondheid
- Natuur en techniek
Over dit profieldeel maken de leerlingen aan het eind van klas 5 en in klas 6 een profielwerkstuk dat meetelt voor het examen. Alle profielwerkstukken worden gepresenteerd aan ouders en medeleerlingen op een speciale avond.
De profielkeuze, een belangrijke beslissing, wordt in klas 3 voorbereid.
Leerlingen die voor het examen geslaagd zijn, vinden hun weg naar het vervolgonderwijs: meestal een universiteit, maar ook het HBO komt regelmatig voor.
Teamleider van vwo leerjaar 3 t/m 6 is Maurice Lejeune.